Lijkstaaflogica: de vegaburger mag geen vegaburger meer heten
- Mart de Jong
- 19 okt
- 1 minuten om te lezen

Het lijkt erop dat binnenkort producten als de “vegaburger” of “plantaardige worst” hun naam niet meer mogen dragen, want dat zou consumenten “in de war kunnen brengen”. Alsof iemand ooit per ongeluk een linzenburger at en zich afvroeg waar het bloed bleef. De nieuwe regels zijn zogenaamd bedoeld om duidelijkheid te scheppen, maar in werkelijkheid beschermen ze vooral de vleesindustrie – niet de consument.
Als we écht consequent willen zijn, laten we dan ook vlees eerlijk benoemen. Het beestje bij de naam: geen “biefstuk” meer, maar “spierlap van een dood rund”. Geen “worst”, maar “lijkstaaf”. En “paté”? Laten we dat gewoon “smeervlees” noemen. Klinkt minder smakelijk, hè? Precies het punt.
De naam “vegaburger” is niet misleidend, maar herkenbaar. Het zegt: dit lijkt qua vorm op een burger, maar is gemaakt van planten. Dat is taal die meegroeit met de tijd. Door zulke woorden te verbieden, doen we alsof plantaardig eten een bedreiging is, in plaats van een oplossing.
Laat de vegaburger gewoon de vegaburger zijn. De toekomst op je bord hoeft niet te liegen – maar laten we ophouden met doen alsof vlees écht is en vegetarische varianten nep.



Opmerkingen