De NVWA maakt gehakt van gezond verstand
- Mart de Jong
- 26 okt
- 2 minuten om te lezen

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) wil dat producenten de term “plantaardig gehakt” niet langer gebruiken. Volgens de huidige Warenwet mag alleen een product dat aan de wettelijke eisen voor vlees voldoet “gehakt” heten. Hoewel deze redenering juridisch te verdedigen is, roept het besluit kritische vragen op over logica, consistentie en maatschappelijke impact. En: wat te denken van al die andere producten in de supermarkt die niet meer kloppen van naam, de lijkstaaflogica?
De wet waarop de NVWA zich baseert stamt uit 1998, toen vleesvervangers nauwelijks bestonden. De regels zijn dus geschreven voor dierlijke producten, met specifieke voedselveiligheidsrisico’s die bij plantaardig eten niet spelen. Jarenlang is het gebruik van termen als “plantaardig gehakt” echter toegestaan en algemeen geaccepteerd geweest. Het plotselinge verbod lijkt daarom niet alleen inconsequent, maar ook weinig toekomstgericht.
Verbod zorgt voor verwarring
Bovendien is het twijfelachtig of consumenten werkelijk misleid worden door zulke namen. Uit marktonderzoek blijkt dat de toevoeging “plantaardig” of “vegetarisch” voor de meeste kopers volkomen duidelijk maakt wat ze kopen. Integendeel: het verbieden van bekende termen kan juist verwarring veroorzaken. Nieuwe, omslachtige namen maken producten minder herkenbaar, terwijl juist herkenning cruciaal is om consumenten te verleiden vlees te minderen.
Daarmee raakt de kwestie aan een bredere maatschappelijke context. Overheden stimuleren de verschuiving naar meer plantaardige voeding vanwege klimaat, dierenwelzijn en gezondheid. Door oude vleeswetgeving rigide toe te passen op een jonge, innovatieve sector, zet de NVWA indirect een rem op die transitie. Producenten moeten etiketten en marketing aanpassen, wat kosten en vertraging oplevert.
Gezond verstand
Regels zijn nodig om consumenten te beschermen, maar ze moeten meegroeien met veranderende markten. De toepassing van verouderde definities op moderne plantaardige producten past daar niet bij. Zolang “plantaardig gehakt” transparant communiceert wat het is, is er geen reden om het te verbieden. In de letter van de wet heeft de NVWA een punt, maar in de geest ervan — bescherming van de consument én bevordering van verduurzaming — slaat het besluit de plank mis.
En wat te denken van alle misleidende termen als apenkoppen, babyolie of kikkertjes? Iedereen met gezond verstand begrijpt dat daar niet daadwerkelijk genoemde dieren inzitten.

Opmerkingen